Maatwerk voor Nederlandse en Belgische mijnenjagers

De Belgisch-Nederlandse ‘Mine Countermeasure Vessels Operational Sea Training’ (MOST) viert deze week haar jubileum. De trainingseenheid in Zeebrugge levert al 25 jaar maatwerk voor Nederlandse en Belgische mijnenjagers. Ook schepen van andere NAVO-landen worden hier getest op hun mijnenbestrijdingsvaardigheden. Op de dag van het jubileum, onderwerpen de trainers het NAVO mijnenbestrijdingsflottielje aan een complex, maar realistisch oefenscenario.

De MOST is een intensieve trainingsperiode waarin alle vaardigheden worden beoefend die nodig zijn om effectief en veilig met een mijnenbestrijdingsvaartuig te opereren in ernstomstandigheden. Hierbij hanteert de MOST het adagium ‘train as you fight’. Dit betekent dat het schip moeten kunnen omgaan met mijnendreiging te midden van allerlei situaties die zich aan boord kunnen voordoen, zoals brand, averij of duikongevallen. In het begin vanuit Oostende en later vanaf Marinebasis Zeebrugge onderwierpen de ‘seariders’ (trainers) van de MOST zo’n 400 schepen uit 19 landen aan hun nietsontziende blik.

Momenteel doorlopen de zes schepen van de ‘Standing NATO Mine Counter Measures Group 1’ (SNMCMG1) het realistische trainingsprogramma. Hoofdtaak van dit NAVO-vlootverband is het mijnenvrijhouden van operatiegebieden. Daarnaast ruimt het vlootverband zeemijnen en andere explosieven uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog op. Dit gebeurt onder meer op de Noordzee, Oostzee en Middellandse Zee. Het NAVO-vlootverband bestaat op dit moment uit het Duitse schip Bad Rappenau, het Estse schip Admiral Cowan, het Litouwse schip Talivaldis, de Noorse Hinnoey, de Nederlandse mijnenjager Schiedam en het Belgische stafschip Godetia. Een Belgisch-Nederlandse staf, onder leiding van de Nederlandse marineman Peter Bergen Henegouwen, stuurt het NAVO-vlootverband aan.

De Belgisch-Nederlandse marine samenwerking is sinds 1996 een uniek voorbeeld van binationale samenwerking, zoals die elders in Europa nauwelijks voorkomt. De verregaande integratie op het gebied van onderhoud, opleidingen en trainingen leidt tot efficiëntie op het gebied van kennis, personeel en financiën. Zowel de MOST als de Belgisch-Nederlandse staf dat het NAVO-vlootverband leidt, zijn daar goede voorbeelden van.