Kees-Jan Hooglander: Een verschil maken voor de kwetsbaarsten

‘Hongerbuikjes in Afrika roepen minder sympathie op dan vroeger. Maar dat betekent niet dat we geen geld moeten investeren in hulp in verre landen,’ betoogt Kees-Jan Hooglander, lid van het Disaster Response Team van ZOA. ‘Als het rijke westen deze hulp niet meer geeft, wie doet het dan?’

Kees-Jan Hooglander is bepaald niet bang uitgevallen. Terwijl de kogels de laatste jaren door Zuid-Sudan vlogen, stond hij regelmatig in de rij bij de grenscontrole op het primitieve vliegveld van hoofdstad Juba. En niet alleen daar; zo’n 25 procent van zijn tijd brengt Kees-Jan in crisisgebieden overal ter wereld door. Hij helpt er de lokale teams van ZOA met het schrijven van voorstellen en rapportages, bezoekt projecten, geeft trainingen en onderhoudt bijvoorbeeld contacten met ambassades en donoren.

Terwijl je van crisisgebied naar crisisgebied reist, slaat hier in Nederland de moedeloosheid over de wereldwijde ellende weleens toe: is het niet zinvoller binnen de grenzen van de EU te helpen?

“Die moedeloosheid is herkenbaar. Ook mij zakt de moed weleens in de schoenen. Dan heb je veel tijd en geld geïnvesteerd in bepaalde projecten en wordt al dat werk door een onzinnig conflict in een paar dagen weer afgebroken. Soms lijkt het of je tegen de bierkaai vecht. Toch is dit geen reden om onze hulp ver weg dan maar niet meer te bieden. Als het rijke westen deze hulp niet meer geeft, wie doet het dan? Op dit moment ben ik bijvoorbeeld in Ethiopië, waar de armoede tenhemelschreiend is. De combinatie van droogte en conflict kan je moedeloos maken. Maar dat betekent niet dat we daarom onze handen maar van dit land af moeten trekken! Juist niet.

Een mens kan de wereld niet veranderen,

maar voor één mens kan ik wel bijdragen

om zijn wereld te veranderen.

Om de moed erin te houden, probeer ik vaak niet te veel uit te zoomen, maar juist op microniveau naar een ramp te kijken. Ik ben niet in staat om Ethiopië uit het slop te trekken. Een mens kan de wereld niet veranderen, maar voor één mens kan ik wel bijdragen om zijn wereld te veranderen.

In de Bijbel is het opvallend dat Jezus ook kleinschalig opereerde. Hij gaat door Samaria om één vrouw te redden. En het bracht grote dingen teweeg. Twaalf discipelen werden uitgekozen en de kerk is wereldwijd uitgegroeid. Wie het kleine niet eert …”

Naasten ver weg

Veel organisaties leggen in hun hulp steeds meer nadruk op Europa.

“Het blijft zaak om de juiste balans te vinden. Soms is het wel lastig om kwalitatief goede en betrouwbare partners ver weg te vinden. Dat stelt ons voor een uitdaging. We kunnen echter ver weg en dichtbij niet tegen elkaar uitspelen. Uiteraard kan het geld maar één keer worden uitgegeven. Wel is het zo, dat juist in arme landen de kans op conflict groter is. Ook tegen natuurrampen is men in deze landen minder bestand. Hierdoor is er vaker grotere nood in de derde wereld.”

Toch kan het abstract zijn om mensen in Afrika en Azië als onze naaste te zien. Is het een Bijbelse opdracht ook deze mensen te helpen?

“Als het over onze naaste gaat, moet ik altijd denken aan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Aanleiding voor deze gelijkenis was de vraag van de Farizeeërs wie onze naaste is. Uiteindelijk draait Jezus de vraag om: voor wie kan jij de naaste zijn? Wie komt er op ons pad, waar ‘hebben wij hart voor’? De allerarmsten en meest kwetsbaren van deze wereld zitten ver weg. Dus zij zijn zeker geen groep om over te slaan. Jezus zegt Zelf dat we, als we aan een van deze minsten gedacht hebben, aan Hem dachten. In die zin is het een Bijbelse opdracht. Zou ons hart niet moeten bloeden, als we mensen letterlijk zien sterven van honger of dorst? Door de media is de wereld een ‘global village’ geworden. We zien en lezen de ellende in deze wereld, ver weg en dichtbij. We kunnen onze ogen hiervoor niet sluiten.”

Zou ons hart niet moeten bloeden, als we mensen letterlijk zien sterven van honger of dorst?

Je werkte de afgelopen jaren bij diverse organisaties in de nood- en ontwikkelingshulp. Maakt het bij de projecten verschil of zo’n organisatie wel of niet christelijk is?

“ZOA heeft een aantal kernwaarden geformuleerd die gebaseerd zijn op de Bijbel. Zo willen we betrouwbaar zijn door afspraken na te komen, langdurig betrokken te zijn en een eerlijke verantwoording af te leggen aan de doelgroep en de donoren. Ook gerechtigheid, rentmeesterschap en opkomen voor de menselijke waardigheid vinden we heel belangrijk. Veel van die kernwaarden worden natuurlijk gedeeld door niet-christelijke organisaties. Ook zij staan pal voor gerechtigheid, menselijke waardigheid, betrouwbaarheid en rentmeesterschap (vaak ingevuld als verantwoord omgaan met milieu). De oorsprong van deze kernwaarden komt echter voort uit een humanistische wereldbeschouwing.

ZOA heeft een aantal kernwaarden

geformuleerd die gebaseerd zijn

op de Bijbel.

Het in praktijk brengen van een christelijke visie staat of valt met het aannamebeleid van de organisatie: de werknemers zijn de spil bij het concreet maken van de visie. Hun christelijke drijfveer is cruciaal.”

Christelijke organisatie of niet: veel mensen geloven dat er bij nood- en ontwikkelingswerk geld aan de strijkstok blijft hangen. Is dat zo? Of heeft geven wel zin en worden euro’s goed besteed?

“Ik snap die gedachte soms wel. Helaas is er in de media af en toe berichtgeving die dit staaft. Toch is het zo dat geld dat door hulporganisaties wordt uitgegeven over het algemeen beter wordt besteed dan geld dat aan andere overheden gegeven wordt. Hulporganisaties zitten veel dichter bij de nood dan overheden en corruptie kan vaak worden omzeild. In het geval van ZOA kan ik zeggen dat ZOA zoveel mogelijk zelf in het veld aanwezig is en ook samenwerkt met lokale partners. Hierdoor kun je optimaal monitoren of het geld op de juiste plaats terechtkomt. Dit voorkomt veel inefficiëntie en verkeerd gebruik van middelen. Voor ZOA durf ik wel te zeggen dat het geld op de goede plek terecht komt en dat er niet veel aan de strijkstok blijft hangen.”

Je offert veel tijd met je familie op en begeeft je op risicovolle plekken. Wat drijft je om dit werk te blijven doen?

Uiteraard moet de aard van dit werk je liggen: het avontuur, het reizen en de oncomfortabele situaties. Dankzij onze gezamenlijke tijd in Afrika staan mijn vrouw en kinderen gelukkig helemaal achter me. Voor mij speelt ook mee dat Jezus in Mattheüs 25 zegt dat we dit voor Hem deden als we het voor een van Zijn minsten gedaan hebben. ZOA helpt mensen die van huis en haard verdreven zijn door conflicten of natuurrampen. Zij helpt de allerkwetsbaarsten in de wereld, mensen die aan de rand van de afgrond leven.

Het maakt me dankbaar en gelukkig

dat ik, al is het soms indirect,

een schakel mag zijn in het werk

dat een verschil maakt tussen

leven en dood.”

Vanmorgen nog maakte ik hier in Ethiopië mee dat de overheid aan alle hulporganisaties vroeg of ze vanaf morgen water willen gaan uitdelen, omdat anders levensgevaarlijke situaties als cholera en diarree ontstaan. Zo hoog kan de nood zijn! Het maakt me dankbaar en gelukkig dat ik, al is het soms indirect, een schakel mag zijn in het werk dat een verschil maakt tussen leven en dood.”

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in De Wekker, het landelijk blad van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dit artikel is met toestemming overgenomen van www.zoa.nl.

ZOA
© ZOA
13-02-2019
Hulpverlening
https://www.zoa.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies