Landelijke overheid moet bijspringen voor leefbaar en veilig centrum Amsterdam

Stieneke van der Graaf: Het wallengebied, voor mij is het elke keer weer een indringende plek. De vrouwen achter de ramen die worden bekeken, de broeierige of lacherige sfeer onder de constante groep toeristen en een onderhuids gevoel van onveiligheid. Dat zag ik ook toen ik onlangs met de wijkagent het centrum van Amsterdam bezocht.

We liepen langs een serie winkeltjes die allemaal dezelfde spullen verkopen. ‘Dat is vaak een teken dat die zaken worden gebruikt om geld wit te wassen’, vertelde hij me. Terwijl we langs de grachten liepen vertelde hij hoe hier tot voor kort op vele plekken zonder vergunning alcohol werd verkocht. Het was een verdere aanslag op een deel van de stad waar vele mensen wonen.

Dit is onze hoofdstad, het visitekaartje van Nederland. Prachtige grachten en gevels, inwoners die werken en leven en voorzieningen als een kinderopvang. Tegelijkertijd werd de Amsterdamse binnenstad onlangs door de gemeentelijke ombudsman een ‘wetteloze jungle’ genoemd.

Gelukkig wordt nu gehandhaafd op de verkoop van drank, maar mijn bezoek en de feiten uit het rapport van de ombudsman, baren wel zorgen. Er zijn meer stappen nodig voor de vaak kwetsbare vrouwen op de wallen, voor een veilige leefomgeving in de stad en voor het verbeteren van het imago van de hoofdstad van ons allemaal.

Daarom pleit ik er vandaag via Kamervragen voor dat de landelijke overheid bijspringt om voor een leefbaar en veilig centrum van Amsterdam te zorgen. De minister van Justitie en Veiligheid en de minister van Binnenlandse Zaken moeten de noodkreet van de ombudsman serieus nemen. Het is al een belangrijke stap dat er nu meer politieagenten en handhavers beschikbaar komen in Amsterdam. Maar de samenwerking tussen die twee kan nog een slag beter om de stad echt veilig te krijgen.

Dat geldt ook voor de samenwerking tussen de lokale en landelijke inspecties. Nu komen inspecteurs panden binnen en beperken zich bijvoorbeeld alleen tot de brandveiligheid. Wanneer ze zien dat er ongeoorloofd alcohol wordt verkocht of als ze twijfelen over de werkvergunning of arbeidstijden van verkoper achter de balie, kunnen ze niets met die informatie doen omdat het niet hun verantwoordelijkheid is. Ik wil meer samenwerking tussen inspecties, zodat ondermijning effectiever kan worden aangepakt.’

Nog fundamenteler is het probleem van het imago van onze hoofdstad. We moeten als Nederland af van het beeld van Amsterdam als ‘de stad waar alles kan’. Daar heeft de gemeente een rol in en onze lokale fractie is actief, maar ook landelijk kunnen we hulp bieden. Ik wil dat het rijk bijdraagt om deze groep toeristen te ontmoedigen. Dat kan bijvoorbeeld door maatregelen te nemen tegen goedkope vluchten naar Schiphol vanuit Engeland waar veel van deze toeristen gebruik van maken. Als deze groep er niet meer is, zal de leefbaarheid direct verbeteren.

Als ik door de stad loop, weet ik ook zeker dat dit imago echt niet nodig is om toeristen te trekken. Amsterdam heeft met haar grachten, geschiedenis en musea zoveel moois te bieden: laat dat weer het imago worden waar onze hoofdstad om bekend staat en waar we als land trots op kunnen zijn.

En door dat imago en door de soms gebrekkige handhaving is een kwetsbare groep de dupe: de vrouwen achter de ramen. Zij verdienen onze steun. Terecht neemt de gemeente Amsterdam nu maatregelen om de rondleidingen op de Wallen tegen te gaan, maar verdere stappen zijn nodig. Het gebeurt nu dat vrouwen achter de ramen worden geïntimideerd of uitgescholden. Die houding is mensonterend en de politie moet handhaven en dus direct bekeuren.

En als vrouwen willen stoppen, moeten we alles doen om dat mogelijk te maken. Ze moeten kunnen ontsnappen uit dit beroep dat ik weiger ooit normaal te vinden. Het is schrijnend dat vrouwen soms langer dan ze willen dit werk blijven doen omdat ze geen alternatief zien. Daarvoor kunnen we concrete stappen zetten.

Ik vraag de ministers om de drempels weg te nemen die vrouwen ervaren als ze geen huis of ander werk vinden. Het invoeren van een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning voor vrouwen die willen uitstappen, biedt hen hoop op een andere toekomst.

Het was een indrukwekkend bezoek maar het geeft mij en de rest van de fractie weer extra reden om ons in te zetten voor groepen die de dupe zijn van dit beleid. Tijdens mijn komende zwangerschapsverlof zullen mijn tijdelijke vervanger Nico Drost en Gert-Jan Segers dit blijven volgen, want deze situatie kan en moet anders.

Christenunie – Stieneke van der Graaf
© Henk-Jan Oudenampsen
28-03-2019
Samenleving
https://www.christenunie.nl

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies