Afghanistan: achter het nieuws

Medair: Waaraan denk jij bij Afghanistan? Vaak zijn dat niet heel positieve dingen. Laat me raden: oorlog, bommen, onveiligheid, een plek waarvan je uit de buurt moet blijven. Klopt dat?

Toen in afgelopen zomer op het vliegveld van Dubai zat te wachten op mijn vlucht naar Kabul, kwamen deze associaties ook bij me op. Ik bladerde door bezorgde appjes van familie en vrienden en dacht terug aan alles wat ik had gezien, gelezen en geleerd over Afghanistan. We horen veel over dit land, maar er is weinig hoopvols bij.

Wat ik in de weken daarna beleefde, was toch heel anders dan ik verwacht had. Binnen een paar dagen begon ik Afghanistan te verbinden met nieuwe woorden. Misschien kijk je ervan op: ik zag schoonheid, vriendelijkheid, blijdschap, gastvrijheid. Standvastigheid. Kracht.

Begrijp me niet verkeerd. Wat je over Afghanistan leest, is realiteit. Op de dag van mijn vertrek was er in Kabul een dodelijke aanval waarbij meerdere mensen omkwamen en tientallen mensen gewond raakten. Op Twitter zag je beelden van getraumatiseerde, gewonde kinderen die naar het ziekenhuis gebracht werden, terwijl ze hun schoolboeken nog krampachtig vasthielden. Dit is helaas een dagelijkse werkelijkheid voor veel Afghanen. Het land heeft onmiskenbaar zwaar te lijden onder tientallen jaren van oorlog.

Toch gaan de mensen na een aanval binnen enkele uren, zelfs minuten, weer verder met hun bezigheden. Kinderen stappen weer op de fiets en gaan weer buiten spelen. Het bekende deuntje van de ijswagens klinkt weer door de straat. Auto’s beginnen weer te rijden omdat mensen zich naar hun werk of de markt haasten.

Voor de Afghanen zijn dit geen daden van moed. Het is ook geen bovenmenselijke veerkracht. Dit is hoe gewoon het gaat, zo is hun dagelijkse leven. Achter het nieuws gaat het leven verder. Omdat het moet. Maar op een buitenstaander kan het vreemd overkomen, deze onvermoeibare wil om door te gaan, wat er ook gebeurt.

In mijn werk heb ik het voorrecht om bij mensen te mogen komen op momenten dat ze ogenschijnlijk overweldigende moeilijkheden doormaken. Ik reis naar hun dorpen en mag bij hen binnenkomen voor een kop chai een schaal moerbeien. Ik hoor hun verhalen. Ik zie met eigen ogen wie ze zijn.

Tijdens mijn bezoeken kwam ik in contact met mensen in zeer afgelegen gemeenschappen in het land. Vaak maakten we urenlange reizen over smalle bergwegen om een dorp te bereiken. (“Niet naar beneden kijken. Wat je ook doet, niet naar beneden kijken!” Dit hield ik mezelf voor bij elke gevaarlijke bocht die we naderden.)

Door deze bezoeken ben ik ook wat minder optimistische woorden gaan koppelen aan Afghanistan: armoede, ondervoeding, een gebrek aan veilig drinkwater, geïsoleerdheid, droogte, overstroming. Vergeten. Medair heeft samen met andere hulporganisaties in het land geprobeerd om die woorden tot het verleden te laten behoren. Maar er is nog een heel lange weg te gaan.

Op een ochtend was ik in gesprek met een grote groep dorpsleiders. Een tienerjongen zag ons daar in de schaduw zitten en wilde iets zeggen: “We lijden omdat we arm zijn. Ik ben 16, ik wil naar school, maar dat kan niet. Ik kan alleen soms naar school, want ik moet werken. Zonder het geld dat ik verdien, kunnen we niet leven. Er is geen andere keus.”

Een jongeman van begin twintig vulde aan: “We zijn zo dankbaar voor wat jullie in deze gemeenschap gedaan hebben. Maar op andere plekken is nog veel meer te doen.” Terwijl hij sprak, haalde hij een papier uit zijn zak en begon een lijst met problemen in zijn dorp op te noemen: geen drinkwater, extreme winters, droogte in de zomer, ondervoeding en nog veel meer. Een andere man vertelde het verhaal van een vrouw uit zijn dorp die tijdens de bevalling stierf omdat ze niet op tijd zorg konden krijgen. De dichtstbijzijnde zorgvoorziening was op drie uur lopen van het dorp.

De gevolgen van oorlog zijn verstrekkend. Het gaat verder dan alleen het slagveld. Er zijn ook enorme problemen bij de ontwikkeling van essentiële infrastructuur en levensreddende voorzieningen, met name in de vele geïsoleerde gebieden. En eerlijk gezegd is er momenteel weinig reden tot optimisme. Het is een flinke uitdaging om middelen voor de noodhulp in Afghanistan zeker te stellen en dit heeft reële consequenties. Het is hartverscheurend als hulpgroepen vanwege geldgebrek een gemeenschap in nood moeten achterlaten.

De hulp die we bieden, lijkt soms een druppel op een gloeiende plaat. Als je gemeenschappen ziet die voor het eerst veilig drinkwater krijgen dankzij ons werk, dan geeft dat veel voldoening. Als je een moeder hoort vertellen dat haar kinderen nu gezond zijn dankzij de voedingsbehandeling die onze teams geven, dan weet je dat de lange reis het waard was. Maar het besef dat een andere gemeenschap nog steeds niets heeft, kan snel een donkere schaduw werpen.

Er is nog zo veel meer te doen. Maar ondanks de enorme uitdaging moeten we nu niet opgeven.

Mag ik je dus vriendelijk maar beslist oproepen om Afghanistan niet te vergeten. Schrijf het land niet gemakkelijk af als een hopeloos geval. Achter het nieuws dat je leest en de gruwelijke items die je ziet op tv leven families – mannen, vrouwen en kinderen – met dezelfde verlangens, hoop en dromen als jij. Dit kan inderdaad als een vermoeid cliché klinken. Maar het blijft de waarheid.

De Afghanen verdienen onze aandacht. Ze verdienen het om niet gezien te worden als oorlogsslachtoffers, maar als de sterke, vastberaden mensen die ze zijn. Ook zij verdienen een kans om hun kinderen te vertellen dat dingen mogelijk zijn.

Ze verdienen het dat we niet langer wanhoop en hopeloosheid met Afghanistan associëren, maar vrede en mogelijkheden.

Medair is een internationale hulporganisatie die noodhulp en herstel brengt naar families die kwetsbaar zijn geworden door natuurrampen, conflicten en andere crises. Momenteel is Medair actief in 10 landen.

Voor deze inhoud is gebruik gemaakt van informatie van Medair-medewerkers in het veld en op het Global Support Office. De zienswijzen in dit bericht vallen onder de verantwoordelijkheid van Medair en dienen op geen enkele wijze beschouwd te worden als de officiële opvatting van enige andere organisatie.

© Henk-Jan Oudenampsen
27-02-2020
Hulpverlening
https://www.medair.org

Christelijk Nieuws
ChristelijkNieuws.nl maakt gebruik van cookies